TY - JOUR
T1 - De honingbij kan blijven zoemen (interview met Tjeerd Blacquière)
AU - Trommelen, J.
AU - Blacquière, T.
N1 - via Lexis Nexis: het artikel staat in al deze bladen van De Stentor: Zwolse Courant; Deventer -, Nieuw Kamper -, Sallands- en Zuphens Dagblad; Dagblad Flevoland
PY - 2011
Y1 - 2011
N2 - De Nederlandse imkers steken de hand in eigen boezem. Hun eigen vak- vereniging erkent dat zij zelf veel kunnen doen aan het voorkomen van de massale sterfte die bijenvolken wereldwijd al jaren teistert. door Joep Trommelen
Bioloog en bijendeskundige Tjeerd Blacquiere van Wageningen Universiteit weet dat hij niet bij alle imkers populair is. Hij stelt immers dat zij als hobbyisten te weinig aandacht besteden aan de bestrijding van de varroamijt, volgens hem de hoofdoorzaak van de bijensterfte die de bijenwereld al jaren in zijn greep houdt. "Imkers moeten hun volk al begin augustus, vóórdat de winterbijen geboren worden, varroamijtvrij hebben. Dat beseffen ze vaak niet. Als ze dat niet doen, leggen de bijen in de periode van oktober tot april massaal het loodje."
En áls imkers al voldoende oog hebben voor de mijt, pakken ze die vaak verkeerd aan, stelt Blacquiere. "De mijt is inmiddels resistent voor de meeste chemische middelen die vroeger werden gebruikt. Er zijn echter voldoende onschadelijke alternatieven: thijmolie, mierezuur en oxaalzuur. Die werken goed, maar je moet ze erg goed doseren omdat ze anders ook de bijen zelf doden. En ook daar wreekt zich het gebrek aan kennis bij de amateur-imkers."
Een derde aspect is dat imkers voor hun kasten bijen selecteren die niet per se de sterksten zijn. Ze hebben bijvoorbeeld graag bijen die niet steken, terwijl dat een uitstekende afweer tegen vijanden is. Ook houden ze van bijenvolken die zo laat mogelijk uitzwermen om een nieuw volk te beginnen. Dan hebben ze er immers langer plezier van. "Terwijl dat uitzwermen, als het in een broedloze periode gebeurt, een natuurlijke barrière tegen verspreiding van de varroamijt is", zegt Blacquiere.
Veel meer dan de politiek wakker schudden, wil Blacquiere dat de imkers zichzelf professionaliseren. "Een vutter die als hobby gaat imkeren, weet nog niets. De overheid geeft geen onderwijs meer in bijenteelt, dus moeten de imkers elkaar alles zelf leren. Imkers kijken dan vaak naar de cluboudsten, terwijl die vaak van toeten noch blazen weten."
De Nederlandse Bijenhoudersvereniging is het met bioloog Blacquiere eens, reageert NBV-manager Jeroen Vorstman. In de NVB zijn zesduizend van de ongeveer zevenduizend Nederlandse bijenhouders verenigd. "Wij imkers moeten eerst eens goed naar onszelf kijken", zegt Vorstman. "Maar er is nooit sprake van één hoofdoorzaak. De mijt verzwakt bijen, zodat ze bevattelijk worden voor virussen, maar er is vaak ook te weinig stuifmeel beschikbaar. Vandaar dat wij bijvoorbeeld ook gemeenten manen beter na te denken over de aanplant van bloemen en planten."
Vorstman is zelf imker en verhuurt honderd volken aan landbouwers om hun gewassen te bestuiven. "Die volken komen als geen ander in aanraking met bestrijdingsmiddelen. Ze zouden er dan ook eerder last van moeten hebben. En dat is absoluut niet zo! Niet alleen bij mij, ook bij de collega's die ik ken."
Blacquiere wil de imkers niet álle schuld geven. "Ze hebben het moeilijker dan vroeger. Er worden nog steeds te veel insecticiden gebruikt. Hoewel niet is aangetoond dat die de bijensterfte veroorzaken, is het omgekeerde ook niet bewezen. En het is best logisch dat er een verband is; insecticiden moeten per slot van rekening insecten doden dus goed voor bijen zullen ze niet zijn."
De bioloog bevestigt dat er met name op het platteland steeds minder bloemen bloeien voor bijen. Door de overbemesting, het verdwijnen van echte hooilanden en de opmars van snijmaïs, waar echt niets tussen bloeit.
"Imkers in stedelijke gebieden doen het ook beter, daar hebben ze tenminste nog plantsoenen, parkjes en tuinen. Maar veel gemeenten kappen in hun bebouwde kom lindebomen, omdat die in de zomer auto's plakkerig maken, terwijl lindebomen juist erg goed voor bijen zijn."
Volgens imker Vorstman neemt de wintersterfte van bijenvolken de laatste jaren enorm toe. "Van deze winter zijn er nog geen cijfers, maar vorig jaar was soms sprake van 30 procent sterfte onder bijenvolken. Wij beschouwen 10 procent als normaal."
Imkers lossen de sterfte op door volken te splitsen, zodat ze gaan groeien en de gestorven bijen kunnen vervangen. Maar dat lost slechts een deel van het probleem op, legt Vorstman uit. "De splitsing kan pas eind april, begin mei plaatsvinden. Kersen, pruimen, appels, peren en rode bessen moeten echter veel vroeger worden bestoven. Dat moet bovendien gebeuren in een beperkt aantal vliegdagen met goed weer. Soms is dat maar een dag of vijf in één voorjaar."
Vorstman beseft dat de kritiek op de imkers 'een erg gevoelig punt' is in het wereldje. "Maar om het probleem op te lossen, moeten we duidelijker met onze imkers communiceren. Zij moeten wel doen wat hen wordt geadviseerd en dat gebeurt helaas nog te weinig."
AB - De Nederlandse imkers steken de hand in eigen boezem. Hun eigen vak- vereniging erkent dat zij zelf veel kunnen doen aan het voorkomen van de massale sterfte die bijenvolken wereldwijd al jaren teistert. door Joep Trommelen
Bioloog en bijendeskundige Tjeerd Blacquiere van Wageningen Universiteit weet dat hij niet bij alle imkers populair is. Hij stelt immers dat zij als hobbyisten te weinig aandacht besteden aan de bestrijding van de varroamijt, volgens hem de hoofdoorzaak van de bijensterfte die de bijenwereld al jaren in zijn greep houdt. "Imkers moeten hun volk al begin augustus, vóórdat de winterbijen geboren worden, varroamijtvrij hebben. Dat beseffen ze vaak niet. Als ze dat niet doen, leggen de bijen in de periode van oktober tot april massaal het loodje."
En áls imkers al voldoende oog hebben voor de mijt, pakken ze die vaak verkeerd aan, stelt Blacquiere. "De mijt is inmiddels resistent voor de meeste chemische middelen die vroeger werden gebruikt. Er zijn echter voldoende onschadelijke alternatieven: thijmolie, mierezuur en oxaalzuur. Die werken goed, maar je moet ze erg goed doseren omdat ze anders ook de bijen zelf doden. En ook daar wreekt zich het gebrek aan kennis bij de amateur-imkers."
Een derde aspect is dat imkers voor hun kasten bijen selecteren die niet per se de sterksten zijn. Ze hebben bijvoorbeeld graag bijen die niet steken, terwijl dat een uitstekende afweer tegen vijanden is. Ook houden ze van bijenvolken die zo laat mogelijk uitzwermen om een nieuw volk te beginnen. Dan hebben ze er immers langer plezier van. "Terwijl dat uitzwermen, als het in een broedloze periode gebeurt, een natuurlijke barrière tegen verspreiding van de varroamijt is", zegt Blacquiere.
Veel meer dan de politiek wakker schudden, wil Blacquiere dat de imkers zichzelf professionaliseren. "Een vutter die als hobby gaat imkeren, weet nog niets. De overheid geeft geen onderwijs meer in bijenteelt, dus moeten de imkers elkaar alles zelf leren. Imkers kijken dan vaak naar de cluboudsten, terwijl die vaak van toeten noch blazen weten."
De Nederlandse Bijenhoudersvereniging is het met bioloog Blacquiere eens, reageert NBV-manager Jeroen Vorstman. In de NVB zijn zesduizend van de ongeveer zevenduizend Nederlandse bijenhouders verenigd. "Wij imkers moeten eerst eens goed naar onszelf kijken", zegt Vorstman. "Maar er is nooit sprake van één hoofdoorzaak. De mijt verzwakt bijen, zodat ze bevattelijk worden voor virussen, maar er is vaak ook te weinig stuifmeel beschikbaar. Vandaar dat wij bijvoorbeeld ook gemeenten manen beter na te denken over de aanplant van bloemen en planten."
Vorstman is zelf imker en verhuurt honderd volken aan landbouwers om hun gewassen te bestuiven. "Die volken komen als geen ander in aanraking met bestrijdingsmiddelen. Ze zouden er dan ook eerder last van moeten hebben. En dat is absoluut niet zo! Niet alleen bij mij, ook bij de collega's die ik ken."
Blacquiere wil de imkers niet álle schuld geven. "Ze hebben het moeilijker dan vroeger. Er worden nog steeds te veel insecticiden gebruikt. Hoewel niet is aangetoond dat die de bijensterfte veroorzaken, is het omgekeerde ook niet bewezen. En het is best logisch dat er een verband is; insecticiden moeten per slot van rekening insecten doden dus goed voor bijen zullen ze niet zijn."
De bioloog bevestigt dat er met name op het platteland steeds minder bloemen bloeien voor bijen. Door de overbemesting, het verdwijnen van echte hooilanden en de opmars van snijmaïs, waar echt niets tussen bloeit.
"Imkers in stedelijke gebieden doen het ook beter, daar hebben ze tenminste nog plantsoenen, parkjes en tuinen. Maar veel gemeenten kappen in hun bebouwde kom lindebomen, omdat die in de zomer auto's plakkerig maken, terwijl lindebomen juist erg goed voor bijen zijn."
Volgens imker Vorstman neemt de wintersterfte van bijenvolken de laatste jaren enorm toe. "Van deze winter zijn er nog geen cijfers, maar vorig jaar was soms sprake van 30 procent sterfte onder bijenvolken. Wij beschouwen 10 procent als normaal."
Imkers lossen de sterfte op door volken te splitsen, zodat ze gaan groeien en de gestorven bijen kunnen vervangen. Maar dat lost slechts een deel van het probleem op, legt Vorstman uit. "De splitsing kan pas eind april, begin mei plaatsvinden. Kersen, pruimen, appels, peren en rode bessen moeten echter veel vroeger worden bestoven. Dat moet bovendien gebeuren in een beperkt aantal vliegdagen met goed weer. Soms is dat maar een dag of vijf in één voorjaar."
Vorstman beseft dat de kritiek op de imkers 'een erg gevoelig punt' is in het wereldje. "Maar om het probleem op te lossen, moeten we duidelijker met onze imkers communiceren. Zij moeten wel doen wat hen wordt geadviseerd en dat gebeurt helaas nog te weinig."
M3 - Article
JO - De Stentor / Zwolse Courant; Deventer -, Nieuw Kamper -, Sallands - en Zuphens Dagblad; Dagblad Flevoland
JF - De Stentor / Zwolse Courant; Deventer -, Nieuw Kamper -, Sallands - en Zuphens Dagblad; Dagblad Flevoland
ER -