Het landinrichtingsgebied Ramele-Pleegste bestaat grotendeels uit pleistocene afzettingen. Op de fluviatiele afzettingen van de Rijn (Formatie van Kreftenheye) liggen fluvioperiglaciale en eolische afzettingen (formatie van Twente). Op een groot aantal plaatsen komt in de laagste delen van het landschap een dunne laag holocene beek/rivierklei voor. Op enkele plaatsen verspreidt in het gebied komt een dunne holocene moerige laag voor. Dit zijn meestal wel de allerlaagste locaties in het onderzoeksgebeid. In het oostelijk deel van het gebied hebben vrij veel gronden door potstalbemesting een dikke minerale eerdlaag gekregen. Binnen de zandgronden zijn podzolgronden (veldpodzol-, laarpodzol-, haarpodzol-, holtpodzol- en loopodzolgronden) en eerdgronden(gooreerd-, beekeerd-, beekvaag-, broekeerd- en enkeerdgronden) onderscheiden. De fluctuatie van het grondwater is vanwege de waterhuishoudkundige ingrepen en de grove ondergrond gering. Veruit het grootste deel van de bodemeenheden bestaat dan ook uit grondwatertrap IVu.
Original language | Undefined/Unknown |
---|
Place of Publication | Wageningen |
---|
Publisher | SC-DLO |
---|
Number of pages | 80 |
---|
Publication status | Published - 1999 |
---|