De bodemgesteldheid van het herinrichtingsgebied Agger; resultaten van een bodemgeografisch onderzoek

G.H. Stoffelsen

    Research output: Book/ReportReportProfessional

    Abstract

    In het oosten van het herinrichtingsgebied Agger liggen hoge, pleistocene, fluviatiele zand- en klei-afzettingen, afgedekt met eolische zanden; in het westen lage, holocene, mariene sedimenten. De hoge en lage gebieden liggen naast elkaar met een steilwand van vele meters hoogteverschil als overgang. Op het hoge deel zijn voornamelijk beekeerd-, gooreerd-, veldpodzol-, laarpodzol- en enkeerdgronden onderscheiden; in het lage gebied zandgronden (vlakvaaggronden) en kleigronden (drechtvaag-, nesvaag-, poldervaag-, liedeerd-, tochteerd-, leekeerd- en woudeerdgronden). De waterbeheersing in het westelijke deel is goed tot zeer goed. In het oostelijke deel stagneert de verticale waterbeweging plaatselijk door oude klei.
    Original languageDutch
    Place of PublicationWageningen
    PublisherStaring Centrum
    Number of pages175
    Publication statusPublished - 1995

    Publication series

    NameRapport / DLO-Staring Centrum
    No.405
    ISSN (Print)0927-4499

    Keywords

    • maps
    • physical planning
    • soil surveys
    • netherlands
    • noord-brabant
    • reconstruction

    Cite this