TY - BOOK
T1 - Contaminantenonderzoek en vliegtuigtellingen van bruinvissen (Phocoena phocoena) in Nederland, 2023
AU - Geelhoed, Steve
AU - van den Heuvel-Greve, Martine
AU - Kwadijk, Christiaan
AU - Kotterman, Michiel
N1 - BAPS-project number WOT-04-009-047.06
PY - 2024
Y1 - 2024
N2 - In dit jaarrapport worden de resultaten gepresenteerd van het contaminantenonderzoek aan gestrande bruinvissen in 2023. Daarnaast worden de resultaten gepresenteerd van de vliegtuigtellingen tijdens SCANS-IV in de zomer van 2022. Het onderzoek heeft twee hoofddoelen: het kwantificeren van de contaminantenbelasting van bruinvissen in Nederland en het kwantificeren van de aantallen en verspreiding van bruinvissen in de (internationale) Noordzee. In 2023 zijn weefsels van dode bruinvissen onderzocht op de gehalten aan PCB’s. De concentraties in blubber van volwassen mannelijke bruinvissen die tussen 2014 en 2023 langs de Nederlandse kust strandden, bedroegen gemiddeld 23,8 mg/kg lipidegewicht (lw) ± 12,7 Σ22PCB's (3,8-62,5 mg/kg lw). PCB-gehalten lijken hoger in het zuiden van de Nederlandse Noordzeekust (Oosterschelde, Westerschelde en Delta) dan in het noorden (Waddenzee). De resultaten van de SCANS-IV survey in de zomer van 2022 komen overeen met een dichtheid van 0,55 bruinvis/km2, hetgeen een aantalsschatting van ca. 339 000 individuen (CV = 0.17) in de internationale Noordzee oplevert. Deze aantalsschatting ligt in dezelfde ordegrootte als de aantalsschattingen tijdens de voorgaande SCANS-surveys in 2005 en 2016, respectievelijk 345 000 (CV = 0,18) en 355 000 (CV = 0,22), terwijl het aantal tijdens de eerste SCANS-survey in 1994 met 289 000 individuen (CV = 0,14) iets lager lag. De zuidwaartse verschuiving van bruinvissen die tussen 1994 en 2005 is ingezet, zet zich nog steeds door.
AB - In dit jaarrapport worden de resultaten gepresenteerd van het contaminantenonderzoek aan gestrande bruinvissen in 2023. Daarnaast worden de resultaten gepresenteerd van de vliegtuigtellingen tijdens SCANS-IV in de zomer van 2022. Het onderzoek heeft twee hoofddoelen: het kwantificeren van de contaminantenbelasting van bruinvissen in Nederland en het kwantificeren van de aantallen en verspreiding van bruinvissen in de (internationale) Noordzee. In 2023 zijn weefsels van dode bruinvissen onderzocht op de gehalten aan PCB’s. De concentraties in blubber van volwassen mannelijke bruinvissen die tussen 2014 en 2023 langs de Nederlandse kust strandden, bedroegen gemiddeld 23,8 mg/kg lipidegewicht (lw) ± 12,7 Σ22PCB's (3,8-62,5 mg/kg lw). PCB-gehalten lijken hoger in het zuiden van de Nederlandse Noordzeekust (Oosterschelde, Westerschelde en Delta) dan in het noorden (Waddenzee). De resultaten van de SCANS-IV survey in de zomer van 2022 komen overeen met een dichtheid van 0,55 bruinvis/km2, hetgeen een aantalsschatting van ca. 339 000 individuen (CV = 0.17) in de internationale Noordzee oplevert. Deze aantalsschatting ligt in dezelfde ordegrootte als de aantalsschattingen tijdens de voorgaande SCANS-surveys in 2005 en 2016, respectievelijk 345 000 (CV = 0,18) en 355 000 (CV = 0,22), terwijl het aantal tijdens de eerste SCANS-survey in 1994 met 289 000 individuen (CV = 0,14) iets lager lag. De zuidwaartse verschuiving van bruinvissen die tussen 1994 en 2005 is ingezet, zet zich nog steeds door.
UR - https://edepot.wur.nl/653375
U2 - 10.18174/653375
DO - 10.18174/653375
M3 - Report
T3 - WOt-technical report
BT - Contaminantenonderzoek en vliegtuigtellingen van bruinvissen (Phocoena phocoena) in Nederland, 2023
PB - WOT Natuur & Milieu
CY - Wageningen
ER -