Abstract
In een literatuurstudie is gezocht naar aanwijzingen over de oorzaak van late bloemverdroging bij irissen. Uit onderzoek in binnen- en buitenland blijkt het volgende. Late bloemverdroging is door preparatie niet of nauwelijks te voorkomen. Het zijn de omstandigheden tijdens de groei die zeer belangrijk zijn. Men moet zorgen voor een ongestoorde ontwikkeling van de planten. Lichtintensiteit is de belangrijkste factor voor late bloemverdroging. Een hogere kastemperatuur gedurende de tweede helft van de teelt geeft meer late bloemverdroging, maar vooral in combinatie met een lage lichtintensiteit. De kastemperatuur moet afgestemd zijn op de hoeveelheid licht. In een proef in 1998 met ‘Casablanca’ en ’White Giant’ gaf belichten echter geen positieve resultaten. Wat vooral opvalt, is de invloed van de nachttemperatuur. Bij gelijke gemiddelde etmaaltemperatuur neemt de kans op bloemverdroging toe bij oplopende dagtemperatuur en dalende nachttemperatuur. Het lijkt dus beter om ’s nachts de temperatuur te verhogen en overdag te verlagen (negatieve DIF). Dit is een interessant gegeven om verder onderzoek naar uit te voeren. Verder zijn de RV in de kas, de wortelontwikkeling, de zwaarte van de bloemen, de bolmaat en de plantdichtheid van belang bij het optreden van late bloemverdroging. Zo geeft een hoge RV meer kans op bloemverdroging dan een lage RV door een slechtere verdamping. Als er te weinig wortels zijn door bijvoorbeeld Pythium of een slechte grondstructuur is de kans op bloemverdroging groter.
Original language | Dutch |
---|---|
Place of Publication | Lisse |
Publisher | Praktijkonderzoek Plant & Omgeving |
Number of pages | 124 |
Publication status | Published - 2005 |
Keywords
- iris (spermatophyta)
- plant disorders
- flowering
- cultivation
- ornamental bulbs
- literature reviews
- agricultural research
- netherlands