Abstract
In een theelepeltje zwarte grond zitten al miljoenen micro-organismen die goed zijn aangepast aan de plaatselijke omstandigheden. Soms is het feest en is er eten genoeg. Maar meestal hebben de micro-organismen honger. Gekweekte bacteriën daarentegen, zijn al vetgemest en lopen grote kans om meteen opgegeten te worden of te verhongeren. Ondanks enthousiaste praktijkprojecten met toevoegingen van micro-organismen aan bodem, mest en compost of bokashi, wordt er nauwelijks onderzoek gedaan naar de effectiviteit van deze micro-organismen. En als er al onderzoek is, dat ook nog eens gepubliceerd is in de wetenschappelijke literatuur, dan laat het zien dat het toevoegen van micro-organismen niet effectief is. Gezien de urgentie van het optimaal benutten van natuurlijke processen, zou het beter zijn om zich, met alle goede bedoelingen, niet te laten leiden door mythen. In plaats van micro-organismen toevoegen kun je beter het bodemleven wat je al hebt proberen te behouden en te stimuleren. Door het gebruik van organische mest bijvoorbeeld. Maar ook door drijfmest te combineren met compost. Door hoge pieken van minerale stikstof en fosfaat te vermijden. Door groenbemesters te telen en de bodem bedekt te houden. Door de bodemstructuur te sparen. En last, but not least, door gereduceerde grondbewerking. Daarmee stimuleer je de opbouw van organische stof in de grond écht. En daarmee dus ook het bodemleven.
Original language | Dutch |
---|---|
Article number | 12 |
Journal | Grond! |
Issue number | 3 |
Publication status | Published - 2018 |