Biotamonitoring Rijkswateren tot en met 2021. Deel II, Toegepaste methoden

De rapportage ‘Biotamonitoring Rijkswateren’ bestaat (vanaf 2018) uit twee delen. Deel I ‘Toetsing en trends’ beschrijft de resultaten (meest recent: Dogruer e.a., 2022), deel II ‘Toegepaste methoden’ – dit rapport – de bemonsterings- en analysetechnieken die in de verschillende jaren in de afzonderlijke onderdelen van het monitoringprogramma zijn gebruikt. Ook eventuele veranderingen en afwijkingen van de geldende protocollen (zie het meetplan; van de Wolfshaar e.a., 2018), staan in deel II. Immers wanneer blijkt dat een bepaalde aanpak bij de bemonstering of analyse van invloed kan zijn (geweest) op de resultaten, kan dat gevolgen hebben voor de interpretatie ervan. Deel I en II worden elk jaar aangevuld met de gegevens van het laatste bemonsteringsjaar. In 2021 doorgevoerde aanpassingen en afwijkingen waren: • PBM Schelpdieren Zout: o Voor het eerst sinds 2011 konden in de Eems-Dollard weer voldoende blauwe mosselen verzameld worden om een mengmonster te maken. Van de vijf lengteklassen was dit alleen mogelijk voor lengteklasse 2 en 3 (32-38 en 39-47 mm). • Vissen voor KRW: o Aanpassing van het protocol: uit één trek mogen nu meer dan vijf vissen genomen worden om aan gewenste aantallen voor een heel waterlichaam te kunnen voldoen. Er zijn in 2021 verder geen structurele, significante wijzigingen opgetreden in de aanpak en werkwijze van de bemonstering ten opzichte van 2020.