TY - BOOK
T1 - Biologische bestrijding van rouwmuggen : Inventarisatie natuurlijke vijanden; Optimalisatie toepassing nematoden; Ontwikkeling van een openkweeksysteem voor bodemroofmijten
AU - Pijnakker, J.
AU - Grosman, A.H.
AU - Leman, A.
AU - van der Linden, A.
AU - de Groot, E.B.
PY - 2014
Y1 - 2014
N2 - Rouwmuggen zijn zeer algemeen in kassen, en meestal talrijker dan de typische plaag-insecten. De meeste soorten voeden zich met schimmels en met organisch materiaal, en zijn onschadelijke voor planten. Enkele soorten kunnen schadelijk zijn in zaaibedden, aan stekmateriaal en aan jonge planten. Veel breedwerkende insecticiden hebben een effect op de muggen en hun larven, maar het probleem blijft dat de populaties zich echter snel herstellen. De afgelopen jaren zijn er een aantal biologische bestrijders getest als alternatief voor synthetische bestrijdingsmiddelen, waaronder nematoden, bacteriën, bodemroofmijten en kortschildkevers. Dit project has als doel om de biologische bestrijding van rouwmug te verbeteren. Natuurlijke vijanden van rouwmuggen werden verzameld in Nederlandse kassen. Roofvliegen, roofmijten en sluipwespen bleken algemene natuurlijke vijanden van rouwmuggen. Een literatuurstudie over natuurlijke vijanden en vangmethoden werd uitgevoerd. Verschillende strategieën met nematoden werden getest. Nematoden bleken goed toepasbaar te zijn op pluggen in tegenstelling tot wat veel telers denken. De toepassing van nematodes bleek het meest optimaal op een periode van zes weken. penkweeksystemen voor bodemroofmijten werden ontwikkeld om de effectiviteit van deze predatoren te verbeteren. In kasproeven is aangetoond dat de ontwikkelde openkweeksystemen de dichtheid van bodemroofmijten in het gewas vergroten t.o.v. huidige introducties. In praktijkproeven bleken de openkweeksystemen gevoelig voor uitdroging. Deze werden aangepast om dit probleem te vermijden.
Fungus gnats are very common in greenhouses and are usually more numerous than any other pests. Most of the species feed on fungi and organic matter and are harmless to plants. Some species can cause damages in seedlings, cuttings and young plants. Many broad spectrum insecticides have an effect on the adult gnats and their larvae, but the problem persists because of the fast recovery of the populations. The last years a number of biological control agents were tested
as alternatives to synthetic pesticides, including nematodes, bacteria, soil dwelling predatory mites and rove beetles. This project aimed at improving biological control of fungus gnats. Natural enemies of fungus gnats were collected in Dutch greenhouses. Predatory flies, predatory mites and wasps seemed to be common natural enemies of fungus gnats. A literature study on natural enemies and trapping methods were done. Several strategies with nematodes were tested. Nematodes were found to be effective in plugs contrary to what many growers think. The use of nematodes was the
most optimal when these were applied for a period of six weeks. Open rearing systems for soil dwelling predatory mites were developed in order to improve the efficacy of the predators. Greenhouse experiments have demonstrated that the systems increase the density of predatory mites in the growing substrate in comparison with the current introductions of predatory mites. The main problem in the first field trials was moisture loss. The rearing systems have been adapted to
solve this problem.
AB - Rouwmuggen zijn zeer algemeen in kassen, en meestal talrijker dan de typische plaag-insecten. De meeste soorten voeden zich met schimmels en met organisch materiaal, en zijn onschadelijke voor planten. Enkele soorten kunnen schadelijk zijn in zaaibedden, aan stekmateriaal en aan jonge planten. Veel breedwerkende insecticiden hebben een effect op de muggen en hun larven, maar het probleem blijft dat de populaties zich echter snel herstellen. De afgelopen jaren zijn er een aantal biologische bestrijders getest als alternatief voor synthetische bestrijdingsmiddelen, waaronder nematoden, bacteriën, bodemroofmijten en kortschildkevers. Dit project has als doel om de biologische bestrijding van rouwmug te verbeteren. Natuurlijke vijanden van rouwmuggen werden verzameld in Nederlandse kassen. Roofvliegen, roofmijten en sluipwespen bleken algemene natuurlijke vijanden van rouwmuggen. Een literatuurstudie over natuurlijke vijanden en vangmethoden werd uitgevoerd. Verschillende strategieën met nematoden werden getest. Nematoden bleken goed toepasbaar te zijn op pluggen in tegenstelling tot wat veel telers denken. De toepassing van nematodes bleek het meest optimaal op een periode van zes weken. penkweeksystemen voor bodemroofmijten werden ontwikkeld om de effectiviteit van deze predatoren te verbeteren. In kasproeven is aangetoond dat de ontwikkelde openkweeksystemen de dichtheid van bodemroofmijten in het gewas vergroten t.o.v. huidige introducties. In praktijkproeven bleken de openkweeksystemen gevoelig voor uitdroging. Deze werden aangepast om dit probleem te vermijden.
Fungus gnats are very common in greenhouses and are usually more numerous than any other pests. Most of the species feed on fungi and organic matter and are harmless to plants. Some species can cause damages in seedlings, cuttings and young plants. Many broad spectrum insecticides have an effect on the adult gnats and their larvae, but the problem persists because of the fast recovery of the populations. The last years a number of biological control agents were tested
as alternatives to synthetic pesticides, including nematodes, bacteria, soil dwelling predatory mites and rove beetles. This project aimed at improving biological control of fungus gnats. Natural enemies of fungus gnats were collected in Dutch greenhouses. Predatory flies, predatory mites and wasps seemed to be common natural enemies of fungus gnats. A literature study on natural enemies and trapping methods were done. Several strategies with nematodes were tested. Nematodes were found to be effective in plugs contrary to what many growers think. The use of nematodes was the
most optimal when these were applied for a period of six weeks. Open rearing systems for soil dwelling predatory mites were developed in order to improve the efficacy of the predators. Greenhouse experiments have demonstrated that the systems increase the density of predatory mites in the growing substrate in comparison with the current introductions of predatory mites. The main problem in the first field trials was moisture loss. The rearing systems have been adapted to
solve this problem.
KW - glastuinbouw
KW - biologische bestrijding
KW - organismen ingezet bij biologische bestrijding
KW - sierteelt
KW - bestrijdingsmethoden
KW - plaagbestrijding met natuurlijke vijanden
KW - tests
KW - nematoda
KW - roofmijten
KW - gewasbescherming
KW - greenhouse horticulture
KW - biological control
KW - biological control agents
KW - ornamental horticulture
KW - control methods
KW - augmentation
KW - tests
KW - nematoda
KW - predatory mites
KW - plant protection
M3 - Report
T3 - Rapport / Wageningen UR Glastuinbouw
BT - Biologische bestrijding van rouwmuggen : Inventarisatie natuurlijke vijanden; Optimalisatie toepassing nematoden; Ontwikkeling van een openkweeksysteem voor bodemroofmijten
PB - Wageningen UR Glastuinbouw
CY - Bleiswijk
ER -