Abstract
Aardappelblad dat preventief gespoten wordt met fungiciden is voor een bepaalde tijd beschermd tegen infecties van Phytophthora infestans. Er wordt nu van uitgegaan dat blad dat zich ná de bespuiting ontwikkelt uit het groeipunt, onbeschermd is. Curatieve fungiciden worden ingezet om latente infecties die ontstaan kunnen zijn in (deze) onbeschermde bladeren te bestrijden. Het (onnodig) adviseren van curatieve fungiciden zorgt, met het huidige middelenpakket, voor een hogere inzet van actieve stof én milieubelasting. Bij het adviseren van bespuitingstijdstippen wordt geen/te weinig rekening gehouden met de mogelijkheid dat (systemische) fungiciden in/op het nieuw gevormde blad aanwezig kunnen zijn.
Uit voorgaand onderzoek is de indruk ontstaan dat nieuw gegroeid blad tot op zekere hoogte beschermd is tegen P.infestans door een voorgaande bespuiting met een fungicide. Hierbij zou het aantal uitgevoerde bespuitingen een belangrijke rol kunnen spelen. Er zou sprake kunnen zijn van de opbouw van werking. Tevens wordt er in de praktijk dikwijls geadviseerd om de eerste bespuiting vroeg in het groeiseizoen uit te voeren. Als argument wordt o.a. aangedragen dat bij een groter gewas lagere bladetages onvoldoende kunnen worden beschermd door een bespuiting. Meer inzicht in de opbouw van de werking van fungiciden zou onder sommige omstandigheden kunnen leiden tot een betere bestrijding en tot een afname van fungicide gebruik. Resultaten op dit gebied zijn van groot belang zijn voor de ontwikkeling van beslissingsondersteunende systemen (BOS-en). In opdracht van HPA/LTO-Nederland (Masterplan Phytophthora), Aventis CropScience B.V., BASF Nederland B.V., DOW Agrosciences B.V., DuPont de Nemours en Syngenta Crop Protection B.V., is door PPO onderzoek uitgevoerd om meer inzicht/kennis te krijgen omtrent de opbouw van werking van fungiciden tegen P. infestans in aardappel. Dit onderzoek is een vervolg op de proeven die in 2001 zijn uitgevoerd door het PPO en beschreven in projectrapport 34.3.71 van december 2001.
Uit voorgaand onderzoek is de indruk ontstaan dat nieuw gegroeid blad tot op zekere hoogte beschermd is tegen P.infestans door een voorgaande bespuiting met een fungicide. Hierbij zou het aantal uitgevoerde bespuitingen een belangrijke rol kunnen spelen. Er zou sprake kunnen zijn van de opbouw van werking. Tevens wordt er in de praktijk dikwijls geadviseerd om de eerste bespuiting vroeg in het groeiseizoen uit te voeren. Als argument wordt o.a. aangedragen dat bij een groter gewas lagere bladetages onvoldoende kunnen worden beschermd door een bespuiting. Meer inzicht in de opbouw van de werking van fungiciden zou onder sommige omstandigheden kunnen leiden tot een betere bestrijding en tot een afname van fungicide gebruik. Resultaten op dit gebied zijn van groot belang zijn voor de ontwikkeling van beslissingsondersteunende systemen (BOS-en). In opdracht van HPA/LTO-Nederland (Masterplan Phytophthora), Aventis CropScience B.V., BASF Nederland B.V., DOW Agrosciences B.V., DuPont de Nemours en Syngenta Crop Protection B.V., is door PPO onderzoek uitgevoerd om meer inzicht/kennis te krijgen omtrent de opbouw van werking van fungiciden tegen P. infestans in aardappel. Dit onderzoek is een vervolg op de proeven die in 2001 zijn uitgevoerd door het PPO en beschreven in projectrapport 34.3.71 van december 2001.
Original language | Dutch |
---|---|
Place of Publication | Lelystad |
Publisher | Praktijkonderzoek Plant & Omgeving |
Number of pages | 21 |
Publication status | Published - 2003 |
Publication series
Name | rapport PPO |
---|---|
No. | 120166 |