Abstract
Niet een hoge afvoerleeftijd maar een laag celgetal (in relatie tot de leeftijd) duidt op een bovengemiddelde duurzaamheid. Dit betekent dat bij het beoordelen van het tankmelkcelgetal rekening moet worden gehouden met de leeftijd van de veestapel.Het rekenmodel voor het vervangingsbeleid gaat ervan uit dat er steeds vervangende vaarzen voorhanden zijn. In de praktijk is dat lang niet altijd het geval. Veel boeren fokken zelf hun vaarzen op en daarmee is de jongveeopfok sterk bepalend voor het vervangingsbeleid. Door minder jongvee op te fokken wordt de afvoerleeftijd wel hoger, maar daarmee wordt de veestapel nog niet duurzamer. Op het LageKostenbedrijf (LKB) bleek uit de ziekteregistratie en de vruchtbaarheidsgegevens dat de duurzaamheid van de oude veestapel te wensen overliet. Omdat er weinig jongvee instroomde, is steeds getracht zoveel mogelijk dieren opnieuw drachtig te krijgen. Ook het gemiddelde geometrische celgetal van de afgevoerde dieren was hoog, namelijk 333.000 cellen/ml. Daarnaast zijn jaarlijks enkele dieren vanwege acute gezondheidsproblemen afgevoerd. De lage vervanging kon alleen worden behaald door extra kosten te maken voor diergezondheid. Zou er wel ruimte zijn geweest voor vrijwillige vervanging, dan zouden bij een gelijkblijvende duurzaamheid, dieren sneller zijn afgevoerd waardoor de afvoerleeftijd zou zijn gedaald. De afvoerleeftijd is dan ook geen betrouwbare maat voor duurzaamheid. Een betere indicatie van de duurzaamheid van een veestapel wordt waarschijnlijk verkregen als naast de afvoerleeftijd, ook de kosten voor diergezondheid en vruchtbaarheid worden meegenomen. Of dat zo is, wordt het komende jaar nader onderzocht.
Original language | Dutch |
---|---|
Pages (from-to) | 18-19 |
Journal | V-focus |
Volume | 3 |
Issue number | 1 |
Publication status | Published - 2006 |
Keywords
- dairy farming
- dairy cows
- milk production
- productive life
- longevity
- sustainability
- flocks
- selection
- farm management
- measurement