Afronding "Vergelijking effectiviteit metam-natrium met cis-dichloorpropeen als grondonsmettingmiddel voor de bestrijding van stengelaaltjes"

P.J.M. Vreeburg, C.A. Korsuize

    Research output: Book/ReportReportProfessional

    Abstract

    Als in een gewas stengelaaltjes (Ditylenchus dipsaci) worden gevonden wordt de grond vastgelegd door de PD omdat het een quarantaine-organisme betreft. Er mogen pas weer vatbare bolgewassen geteeld worden als de grond na bestrijding door de PD is vrijgegeven. Twee met stengelaaltjes besmette percelen werden in 2005 chemisch ontsmet. Na een tweejarige teelt van narcis werd duidelijk dat chemische grondontsmetting tegen stengelaaltjes niet altijd afdoende werkt. Metam-natrium werd op twee wijzen toegepast en vergeleken met cis-trans-dichloorpropeen. Beide middelen werden alleen of met een aanvullende grondbehandeling met dazomet toegepast. Was de aantasting na één jaar teelt nog zeer beperkt, na twee jaar bleek de aantasting echter zeer hevig te kunnen zijn. Bij alle grondontsmettingsbehandelingen was een aantasting aanwezig, dus ook bij de tot en met 2004 geadviseerde cis-trans-dichloorpropeen. Er was een groot verschil tussen de percelen in mate van overleving van stengelaaltjes en in de werking van de toegepaste ontsmettingen. Metam-natrium werkte, indien het direct werd doorgespit, net zo goed als - of slechter dan cis-trans-dichloorpropeen. Metam-natrium werkte bij toepassing via split-application slechter dan bij direct doorspitten. Door een aanvullende behandeling met dazomet door de toplaag, werd de bestrijding beter, maar deze was nog niet afdoende. Het beste alternatief voor het inmiddels niet meer verkrijgbare cis-trans-dichloorpreen is goed doorspitten van metam-natrium gevolgd door een toplaagbehandeling met dazomet, maar dit was op een van de twee percelen volstrekt onvoldoende tegen stengelaaltjes. Stengelaaltjes werden in 2005 aangetroffen in de grondmonsters onder de ontsmette laag. De bolaantasting bleek veelal veel ernstiger te zijn dan bovengronds zichtbaar was. De aantasting één jaar na grondontsmetting kan zo licht zijn dat deze besmetting niet wordt opgemerkt. Omdat de grondontsmetting niet altijd afdoende zal zijn wordt het telen van een stengelaaltjesvatbaar gewas na een grondontsmetting (ook al is die na bemonstering door de PD vrijgegeven), sterk afgeraden. Een extra wachttijd van één of meerdere jaren, zal de nog aanwezige populatie stengelaaltjes verder omlaag brengen, waardoor de kans op een nieuwe aantasting verder wordt verkleind. Als een vatbaar gewas wordt geteeld, bestaat de mogelijkheid dat er een lichte besmetting optreedt die niet wordt herkend en waardoor de stengelaaltjes verder worden verspreid. Mogelijk is dit één van de redenen van de toegenomen aantasting door stengelaaltjes in tulp en de reden waarom een aantasting kan optreden zonder duidelijk aanwijsbare oorzaak. Van metam-natrium en dus ook van dazomet is bekend dat er adaptatie op kan treden, waadoor de werking vermindert. De verspreiding van metam-natrium door de grond is minder goed dan van dichloorpropeen en vereist dus een zorgvuldige toepassing met doorspitten om het middel voldoende goed door de grond te verdelen. In vergelijking met chemische grondontsmetting geeft inunderen mogelijk een zekerder bestrijding omdat door die behandeling ook de diepere grondlaag wordt behandeld. Onderzoek naar de minimale duur van inundatie wordt vanaf 2007 bij PPO uitgevoerd.
    Original languageDutch
    Place of PublicationLisse
    PublisherPraktijkonderzoek Plant & Omgeving
    Number of pages21
    Publication statusPublished - 2007

    Keywords

    • ditylenchus dipsaci
    • soil sterilization
    • nematicides
    • plant protection
    • ornamental bulbs

    Cite this