TY - BOOK
T1 - Advies regionaal meten en berekenen van stikstof (emissie, concentratie, en depositie) in de lucht
AU - Van Bergen, T.J.H.M.
AU - Meijer, E.W.
AU - Bleeker, A.
AU - Heederik, D.J.J.
AU - Schaap, M.
AU - Vonk, J.
AU - Suèr, R.A.
AU - Hensen, A.
AU - Migchels, G.
AU - Çelikkol, F.B.
PY - 2025
Y1 - 2025
N2 - Volgens de wet moet er in Nederland minder stikstof op kwetsbare natuurgebieden neerkomen (Wet stikstofreductie en natuurverbetering). De provincies zijn verantwoordelijk om hiervoor regionaal beleid te maken en uit te voeren. Om voor deze ingewikkelde taak goede keuzes te kunnen maken, hebben provincies behoefte aan wetenschappelijke kennis, vooral op basis van regionale metingen. Het ministerie van LVVN heeft een adviescommissie gevraagd om voor deze kennisbehoeften een onderzoeksprogramma te maken. De adviescommissie doet daar nu aanbevelingen voor. De provincies hebben drie belangrijke vragen. De eerste is hoe metingen kunnen helpen om stikstof regionaal te monitoren: hoeveel stikstof wordt uitgestoten door een bron, hoe stikstof in de lucht verspreidt en hoeveel op de bodem neerkomt. De tweede vraag is inzicht krijgen welke stoffen nog meer invloed hebben op de natuur, en ook in water en bodem. De derde is meer inzicht krijgen in het effect van maatregelen om de uitstoot van stikstof te verlagen. Dat maakt duidelijk welke maatregelen het beste werken. De commissie adviseert de vragen in twee stappen aan te pakken. Met deze aanpak kunnen de provincies hun taak zo snel mogelijk uitvoeren en is er toch genoeg tijd om nieuwe kennis te ontwikkelen. De eerste stap is de bestaande kennis van landelijke rekenmodellen en meetmethoden verder te ontwikkelen, zodat ze regionaal kunnen worden gebruikt. Ook is het belangrijk om door te gaan met de projecten die er al zijn om stikstof regionaal te meten en te berekenen. Bijvoorbeeld met sensoren. De tweede stap is de methoden en technieken in deze projecten te testen en aan te vullen met nieuwe technieken, zoals drones en satellieten.
AB - Volgens de wet moet er in Nederland minder stikstof op kwetsbare natuurgebieden neerkomen (Wet stikstofreductie en natuurverbetering). De provincies zijn verantwoordelijk om hiervoor regionaal beleid te maken en uit te voeren. Om voor deze ingewikkelde taak goede keuzes te kunnen maken, hebben provincies behoefte aan wetenschappelijke kennis, vooral op basis van regionale metingen. Het ministerie van LVVN heeft een adviescommissie gevraagd om voor deze kennisbehoeften een onderzoeksprogramma te maken. De adviescommissie doet daar nu aanbevelingen voor. De provincies hebben drie belangrijke vragen. De eerste is hoe metingen kunnen helpen om stikstof regionaal te monitoren: hoeveel stikstof wordt uitgestoten door een bron, hoe stikstof in de lucht verspreidt en hoeveel op de bodem neerkomt. De tweede vraag is inzicht krijgen welke stoffen nog meer invloed hebben op de natuur, en ook in water en bodem. De derde is meer inzicht krijgen in het effect van maatregelen om de uitstoot van stikstof te verlagen. Dat maakt duidelijk welke maatregelen het beste werken. De commissie adviseert de vragen in twee stappen aan te pakken. Met deze aanpak kunnen de provincies hun taak zo snel mogelijk uitvoeren en is er toch genoeg tijd om nieuwe kennis te ontwikkelen. De eerste stap is de bestaande kennis van landelijke rekenmodellen en meetmethoden verder te ontwikkelen, zodat ze regionaal kunnen worden gebruikt. Ook is het belangrijk om door te gaan met de projecten die er al zijn om stikstof regionaal te meten en te berekenen. Bijvoorbeeld met sensoren. De tweede stap is de methoden en technieken in deze projecten te testen en aan te vullen met nieuwe technieken, zoals drones en satellieten.
M3 - Report
T3 - RIVM-briefrapport
BT - Advies regionaal meten en berekenen van stikstof (emissie, concentratie, en depositie) in de lucht
PB - RIVM
CY - Bilthoven
ER -