Streefbeelden 2050 grote wateren (fiche) (BO-43-222-006, BO-43-118-019)

De Programmatische Aanpak Grote Wateren (PAGW) heeft de ambitie om meer natuurlijke dynamiek, gezondere habitats en betere ecologische verbindingen te realiseren in de Rijkswateren en daarmee de toekomstbestendigheid te vergroten in 2050: meer robuust, veerkrachtig en klimaatbestendig. Deze ambitie wordt geconcretiseerd in streefbeelden voor de Wadden, Rijn-Maas-Schelde monding, Rivieren en IJsselmeergebied. De PAGW-streefbeelden beschrijven de ecologische potentie van de grote wateren in 2050 gericht op verbetering op systeemniveau met meer ruimte voor natuurlijke processen aan de hand van de pijlers ‘Dynamiek, ‘Connectiviteit’ en 'Leefgebied’. Voor het IJsselmeer en het Rivierengebied zijn al streefbeelden uitgewerkt. Voor het Waddengebied en de Rijn-Maas-Schelde monding (kortweg ‘RMS-monding': de Zuidwestelijke Delta + benedenlopen van de grote rivieren) worden kwalitatieve streefbeelden uitgewerkt onder leiding van RVO, met SBB en RWS.

Momenteel, eind 2023, is een kwalitatieve versie voor RMS-monding wat verder uitgewerkt dan voor de Waddenzee. De aanpak voor RMS-monding is om uit te gaan van de oorspronkelijke estuariene natuurwaarden van het systeem en, rekening houdend met de randvoorwaarden vanuit waterveiligheid, bereikbaarheid en zoetwatervoorziening, te zoeken naar meer dynamiek en herstel van estuariene natuurwaarden, verbindingen tussen zoet en zout en het creëren van meer leefgebied.

De kwalitatieve streefbeelden worden in 2024 verder uitgewerkt tot een kwantitatief en wetenschappelijk onderbouwd streefbeeld, bijvoorbeeld door een bandbreedte aan te geven van arealen aan ecotopen die nodig zijn voor robuuste populaties, voor nog te definiëren soorten.

Dit project levert die wetenschappelijke en kwantitatieve onderbouwing van de streefbeelden, uitgedrukt in biotische en abiotische systeemcondities. De grootste behoefte van de RMS-monding werkgroep voor de PAGW-streefbeelden is het inhoudelijk toetsen van het kwalitatieve streefbeeld met experts en denkkracht en onderbouwing voor de kwantitatieve uitwerking. Ook de steefbeelden werkgroep voor de Waddenzee kan hierbij ondersteund worden. Bij de streefbeeldenteams voor de grote rivieren en het IJsselmeer gebied is m.b.t. de streefbeelden behoefte aan toetsing van de reeds uitgewerkte kwantificering (second opinion).