SL Bodem & Klimaat Netwerk - Veehouderij 2019-2023 (2.2c) (BO-53-002-022)

  • Kuikman, Peter (Project Leader)

Project: LVVN project

Project Details

Description

In 2018 is gestart met het handen en voeten geven aan klimaatvriendelijke landbouwmaatregelen in de praktijk. Hierbij speelt het betrekken van wetenschappelijke kennis een grote rol. Het werken aan de klimaatvriendelijke landbouwmaatregelen in de praktijk loopt via bestaande autonome regionale netwerken. Doel vanuit de netwerken is het zichtbaar maken van wat de mogelijkheden zijn voor vastleggen van koolstof in de landbouwpraktijk op minerale gronden en om de ervaringen van ondernemers te monitoren.

 

Het Bodem & Klimaat Netwerk Veehouderij is aangesloten bij de bestaande regionetwerken Stichting HOEduurzaam (Gelderland), Living Lab Friesland/Van Hall Larenstein Leeuwarden (Friesland), Carbon Valley/Duinboeren (Noord-Brabant) en Koeien & Kansen (landelijk). Tijdens bijeenkomsten in 2018 zijn deelnemers voorzien van kennis over klimaat- en bodemmaatregelen en zijn ervaringen uitgewisseld. Bij 59 deelnemende veehouders zijn keukentafelgesprekken gehouden. Deze gaven inzicht in o.a. :

  • Basisdata van bedrijfsvoering
  • Aandeel grasland / kruidenrijk grasland / voedergewassen per bedrijf en regio
  • Inzet en type organische meststoffen
  • Invulling van maai- en beweidingssysteem.

Ook zijn de klimaat- en bodemmaatregelen die ondernemers sinds 2005 hebben ingezet geïnventariseerd (Tabel 1). Per bedrijf/regio zijn kansen en belemmeringen in beeld gebracht. De toegepaste maatregelen sluiten aan bij de door Lesschen (2012) gekwantificeerde maatregelen die bijdragen aan het vastleggen van koolstof in minerale bodems.

 

Tabel 1 Klimaatmaatregelen waar voorlopers in de veehouderij aan werken m.b.t. koolstofvastlegging in de bodem

Zie tabel hardcopy projectplan

 

De meest toegepaste, en vanuit het oogpunt van koolstofopslag de meest effectieve, klimaatmaatregelen zijn het verhogen van de leeftijd van grasland, het verhogen van het aandeel divers grasland en het toepassen van extra organische stof.

 

Uit de kennissessies komt naar voren dat deelnemers aan het Netwerk Veehouderij veel behoefte hebben aan kennis. Met name op maat toepassing van CO2-vastleggende maatregelen en impact en effect op bodem, gewas en koolstofcyclus op bedrijfsniveau. Ook m.b.t regionale inpassing van CO2-vastleggende maatregelen is er behoefte aan ondersteuning ten aanzien van eenduidige implementatie en effect-toetsing.

Tijdens de keukentafelgesprekken zijn de voornemens omtrent nieuwe klimaatmaatregelen nagegaan. Met alle deelnemers zijn afspraken gemaakt aangaande de gerichte monitoring van de bodem en de koolstofopslag op hun bedrijf. Een groot aantal veehouders is bereid om een bepaalde maatregel in te zetten op een deel van een perceel, om zo een vergelijking te maken tussen het wel- en niet toepassen van een specifieke maatregel. De leeftijd van grasland verhogen en het aanbrengen van extra organische stof zijn populaire maatregelen. Ook divers grasland heeft een potentieel t.a.v. koolstofvastlegging, al moet de komende jaren duidelijk worden of veehouders een hiervoor benodigde effectief hoge diversiteit op een deel van hun percelen kunnen realiseren.

Ten aanzien van het beschikbaar stellen van data en voortschrijdende monitoring hebben deelnemende ondernemers vragen m.b.t. consequenties indien hun gegevens bij de overheid terecht komen. Dit speelt vooral t.a.v. generieke verzamelmethoden, zoals Kringloopwijzer (KLW), en minder bij beperkte en gerichte verzameling van gegevens en informatie ondernomen door het Netwerk Veehouderij. Databeschikbaarheid zal in het vervolg verder opgepakt worden.

Het ontwikkelde en toegepaste bemonsteringsprotocol c.q. analyseaanpak heeft een grote meerwaarde. Wisselende analysemethoden en analyselaboratoria maken een vergelijking van beschikbare historische bedrijfsdata onmogelijk. De eenduidige nulmeting uitgevoerd in 2018/2019 biedt een goede basis om in de toekomst wel een degelijke vergelijking te maken.

 

Om een startpunt te hebben van de koolstofopslag op de bedrijven, is per perceel de hoeveelheid koolstof bepaald die is vastgelegd in de bodem in de lagen 0-10 en 0-30 cm. Aan de hand van de bulkdichtheid van de bodem en het gehalte organische koolstof is de hoeveelheid koolstof berekend in ton C per ha. In figuur 1 is de bodemkoolstofvoorraad in de laag 0-30 cm weergegeven van alle percelen uit het netwerk en gegroepeerd naar regio’s. De bodemkoolstof van de bedrijven in Friesland is gemiddeld gezien hoger dan de bodemkoolstof van Gelderland en Brabant. Ook binnen regio’s komen verschillen voor. Hieraan ligt met name een verschil in grondsoort aan ten grondslag.

 

Zie figuur 1 harcdopy projectplan

Figuur 1 Voorraad bodemkoolstof bij aanvang klimaatmaatregelen op geselecteerde percelen van netwerkdeelnemers

 

 

Vervolgfase

In de hierna beschreven vervolgfase wordt ingezet op een verdieping met de netwerken. Daarbij wordt breder gekeken dan alleen de koolstofvastlegging. Voor zowel ondernemers als stakeholders/ketenpartijen staat een bredere context centraal. Dit sluit aan op de Brief Bodemstrategie (LNV 25 april 2019) die ook inzet op (in samenvatting) mogelijke synergievoordelen en meerwaarde (bedienen en benutten ecosysteemdiensten als waterkwaliteit, waterbuffering, biodiversiteit, bodemvruchtbaarheid, naast handhaven productieniveau /-stabiliteit / saldo en voedselkwaliteit). Daarmee draagt het project bij aan duurzaam bodembeheer en op die manier ook kringlooplandbouw en het herstellen van de balans tussen landbouw en natuur.

 

Het Netwerk Veehouderij in kernpunten:

  • Richt zich op het behoud en vastleggen van bodem-C in de veehouderij, door het stimuleren en nemen van maatregelen in de praktijk;
  • Werkt in de bredere context aan opschaling naar duurzaam bodembeheer (LNV, 25 april 2019);
  • Ondersteunt bestaande netwerken en werkt efficiënt samen. Eigen doelstellingen van netwerken worden hierbij gerespecteerd.

 

 

 

 

StatusFinished
Effective start/end date1/01/1931/12/20