Microbioom in relatie tot CH4 en NH3 emissie (BO-43.10-002-011, BO-43-105-049)

Dit onderzoek heeft als doel de methaanemissie uit het maagdarmkanaal (enterisch methaan) bij melkvee te reduceren. De activiteiten van 2025 vallen binnen een meerjarenproject en richten zich specifiek op een aantal vraagstellingen, aan de hand van 3 subonderdelen: (1) dierexperimenten, (2) microbioom en (3) praktijkimplementatie. Binnen het onderdeel ‘dierexperimenten’ wordt in 2025 verder gekeken of de melkkoeien die op jonge leeftijd geënt zijn nog steeds verschillend zijn wat betreft de samenstelling van het pensmicrobioom en het methaanemissie niveau. Wanneer dit het geval is (go besluit), wordt onderzocht in hoeverre de verschillen in pensmicrobioom samenstelling en methaanemissie niveau invloed hebben op het effect van andere methaan reducerende voermaatregelen (voederproef). Daarnaast wordt in samenwerking met Aarhus University een dierexperiment uitgevoerd om het ent-proces te optimaliseren, waarbij zowel rekening wordt gehouden met het te effect (sturing pensmicrobioom naar een lage methaanemissie) als de praktijksituatie. Binnen het onderdeel ‘microbioom’ wordt in 2025 de laatste hand gelegd aan het upgraden van de microbiële analysetechniek en wordt er een start gemaakt met absolute kwantificatie en metabolomics. Hierdoor wordt niet alleen gekeken naar wie er aanwezig zijn in de pens, maar ook naar de hoeveelheid en de activiteit van de micro-organismen. Voor het derde en laatste onderdeel, ‘praktijkimplementatie’, wordt in 2025 in kaart gebracht welke wegen er zijn om het enten van microbioom praktijkrijp (TRL 9) te maken. Er wordt aan 3 onderdelen gewerkt: (1) Toediening en kwaliteit entstof, (2) productie en logistiek en (3) Maatschappelijke acceptatie en communicatie.