KD-2024-071 (On)mogelijkheden standaard voor biodiversiteitsmonitoring op land (BO-43-108-052)

Er bestaat een brede wens voor de ontwikkeling van gestandaardiseerd instrumentarium om biodiversiteit te meten, zowel op land als in zoetwater. Dit biedt in potentie de mogelijkheid om een brede screening van aanwezige diversiteit op landschapsschaal te kunnen maken, bijvoorbeeld als effectmeting voor maatregelen voor natuurherstel op lokaal niveau of de gevolgen van de aanleg van civiele werken. Waar voorheen voor elke soortgroep een aparte specialist ingeschakeld moest worden om voor, tijdens en na een ingreep de biodiversiteit per groep in kaart te brengen, kan tegenwoordig aan de hand van een grond-, water- of luchtsample worden bepaald welke biodiversiteit er aanwezig is. Dit kan worden bewerkstelligd door gebruik te maken van het DNA dat het aanwezige leven achterlaat in hun omgeving, het zogenaamde ‘environmental DNA’ (eDNA). Het is echter niet duidelijk of de aanwezigheid de diversiteit van soorten (hun aanwezigheid en hoeveelheid) kan worden bewerkstelligd met puur en alleen eDNA, of dat er beter kan worden gekeken naar geïntegreerde aanpak, waarbij verschillende technieken worden gecombineerd (te denken valt aan audio, cameravallen enz.). Daarom wordt in dit project aan de hand van twee workshops (land en water) een overzicht gemaakt van de verschillende technieken die beschikbaar zijn om biodiversiteit te meten en de soortgroepen die ermee gemeten kunnen worden. Want dit hebben we niet voorzien in de resultaten voor dit jaar, dat zal alleen een verslag zijn een eventueel vervolg van deze resultaten in een projectvoorstel zal pas in 2025 verder worden opgepakt en maakt dus geen deel uit van dit onderzoek.