KD-2022-078 Zeebaars in Nederlandse kustwateren (BO-43-119.01-050)

Door een te hoge visserij-inspanning en lage aanwas is de paaibiomassa van zeebaars in de Noordzee en het Kanaal sinds 2010 gestaag afgenomen. Hoewel het bestand voorzichtig herstel laat zien, is het nog niet op het gewenste niveau. Het vangstadvies dat door ICES wordt afgegeven voor dit bestand is gebaseerd op beperkte gegevens en een bredere gegevensbasis zou de bestandsschatting kunnen verbeteren. Naast vangstbeperkende maatregelen wordt ook gezocht naar maatregelen ter bescherming van paai- en opgroeigebieden. De ecologische kennis die hiervoor nodig is, is in Nederland echter nog niet compleet.

De afgelopen jaren is zowel bij WMR als daarbuiten werk verricht naar zeebaars en het gebruik van Nederlandse wateren, waaruit zowel kennis als kennishiaten naar voren zijn gekomen. In dit onderzoek worden de (survey)gegevens verzameld door Quirijns et al. (2013), Smith et al. (2015) en Tulp et al. (2016) aangevuld met de meest recente gegevens, en waar mogelijk wordt dit uitgebreid met nieuwe gegevens. Ten tweede worden alle beschikbare vangstgegevens van zeebaars bij WMR gebruikt om een overzicht te geven van de vangsten in ruimte en tijd, per tuig en type visserij. Tevens wordt een literatuurstudie uitgevoerd om de meest recente (internationale) kennis over zeebaars in de Zuidelijke Noordzee en specifiek in Nederlandse wateren te bundelen, en wordt een beperkt aantal vissers geïnterviewd om een beter beeld te krijgen van de ecologie van zeebaars(visserij).

Het resultaat van dit onderzoek wordt als rapport gepubliceerd en dient als samenvatting en update van de huidige kennis over het ruimtegebruik, de vangsten en de ecologische kennis van zeebaars in Nederlandse wateren. Naar verwachting zijn de huidige beschikbare data onvoldoende om een compleet beeld te krijgen van hoe zeebaars de Nederlandse wateren gebruikt. Het doel is daarom om een up-to-date overzicht te hebben van bestaande kennis en kennishiaten, en te komen tot een onderzoeksvoorstel om deze kennishiaten wel te kunnen beantwoorden.