GLB Onderzoek naar Schoolfruit (BO-43-115-085)

De EU-Schoolregeling is de Nederlandse variant van de ‘EU School Scheme’ en heeft tot doel de consumptie van fruit, groente en zuivel door kinderen te bevorderen en hen gezonde en duurzame eetgewoonten aan te leren. Dit vindt plaats door het, gefinancierd uit EU-budget, verstrekken van fruit, groente en zuivel aan kinderen op scholen, in combinatie met begeleidende educatieve maatregelen.

De EU-Schoolregeling richt zich op de volgende doelgroepen:

Schoolfruit/-groente: in schooljaar 2023-2024 nemen circa 2900 scholen deel (primair onderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs)

 

Het aan Nederland toegekende budget bedraagt voor de periode 2023-2029 circa 5,5 miljoen euro per jaar voor schoolfruit/-groente.

 

Aanbieders van fruit, groente en zuivel kunnen inschrijven om de scholen voor de EU-Schoolregeling te beleveren. Voor het leveren van schoolfruit krijgen zij een vaste eenheidsprijs per portie voor de kosten van het fruit, groente en zuivel, verwerking en/of opslag, arbeidskosten en vervoer naar scholen. [1]

 

LNV heeft WEcR gevraagd om ondersteuning bij het vaststellen van de eenheidsprijs voor het nieuwe schooljaar 2024-2025 gebaseerd op de momenteel voor WEcR beschikbare beste informatie.

 

Doel van het onderzoek:

• Berekenen van de prognose van de eenheidsprijs is per portie product fruit/groenten over de looptijd van het Schoolfruitprogramma gebaseerd op de beste voor WEcR beschikbare informatie;

 

De berekeningen van de eenheidsprijs zullen in dit project worden geactualiseerd. Hierbij dient een eerlijke, billijke en controleerbare berekeningsmethode te worden gehanteerd. Waarbij naast een meest waarschijnlijke prijs ook de invloed van een aantal belangrijke aannames in de berekening worden onderzocht. Verordeningen (EU) 1308/2013, 2017/39 en 2017/40 bepalen de randvoorwaarden die vanuit de Europese Commissie zijn vastgesteld voor het bepalen van de vergoeding voor leveranciers. Indien gebruik wordt gemaakt van standaardschalen van eenheidskosten, forfaitaire financiering en/of vaste bedragen (‘standard cost option’).

 

[1]  De volgende kosten komen in aanmerking voor Uniesteun Art 4.a van de GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2017/40: (de kosten van de producten die in het kader van de schoolregeling worden verstrekt en gedistribueerd aan kinderen in in artikel 22 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde onderwijsinstellingen, met inbegrip van de kosten van het aankopen, huren en huurkopen van bij de verstrekking en distributie gebruikte apparatuur, zoals is vastgelegd in de strategie van de lidstaat.L_2017005NL.01001101.xml (europa.eu)