ADD Overbrugging Noorse Kreeft monitoring NAPRO (BO-43-225-040, BO-43-119.01-060)

De Noorse kreeft (Nephrops norvegicus) is een belangrijke commerciële doelsoort voor de Nederlandse visserijsector. De Noorsekreeftbestanden zijn onderverdeeld in afgebakende leefgebieden, ‘functional units’ (FU’s), waarvoor International Council for the Exploration of the Sea (ICES) afzonderlijke adviezen geeft. Er is weinig informatie over de bestanden in de gebieden waar Nederlandse vissers vooral komen. Omdat er relatief weinig gegevens over deze kreeftjesbestanden zijn, vallen deze gebieden onder de zogeheten data-arme bestanden (ICES categorie 4 en 5). Dat betekent dat ICES een advies aan de Europese Commissie geeft op basis van de voorzorgsbenadering. Dit houdt in dat er extra voorzichtigheid in de adviezen is ingebouwd, waarin vooral de aanvoergegevens (totale en gemiddelde gewichten per lengteklasse) gebruikt worden of alleen een kwalitatieve beoordeling gedaan wordt aan de hand van de aanvoergegevens van (maatse) Noorse kreeftjes.

 

Om de dataverzameling te verbeteren is vanaf 2019 met een kleine groep vissers gedetailleerde informatie over vangsten verzameld door middel van een zelfbemonsteringsprogramma. Hiermee komen er meer gegevens beschikbaar voor de jaarlijkse toestandsbeoordeling en het vangstadvies. Dit samenwerkingsproject richtte zich daarbij in eerste instantie op FU’s 5 en 33. Daarnaast zijn verschillende innovatieve vangstregistratiemethoden getest, en is feedback op de dataverzameling vanuit de ICES werkgroep WGNSSK geïmplementeerd. Na vier jaren van dataverzameling en ontwikkeling loopt dit onderzoekssamenwerkingsprogramma echter af (Q3 2023), terwijl idealiter de dataverzameling wordt voortgezet om tot een realistische en stevige tijdseries te komen (minimaal vijf aaneenvolgende jaren). De gegevens verzameld binnen deze tijdsreeks kunnen worden opgewerkt van referentievloot naar de gehele vloot om een betrouwbare schatting te krijgen van de jaarlijkse hoeveelheid discards binnen de Noorse kreeft visserij. Binnen ICES kan dit bijdragen aan een potentiele verbetering van de bestandschatting omdat er meer data beschikbaar zal zijn. In dit projectplan wordt daarom de dataverzameling via zelfbemonstering nogmaals een jaar voortgezet. Daarnaast wordt gewerkt aan het opwerken van de data naar vlootniveau en een vergelijking gemaakt met de discardgegevens van dezelfde tijdserie zoals ze zijn gesubmit aan ICES. Verder wordt de data met terugwerkende kracht opgewerkt waarbij discardgegevens vanuit het DCF-programma (data collection framework, verplichting vanuit de EU en valt in Nederland onder de wettelijke onderzoekstaken, WOT) worden samengevoegd met die van het huidige bemonsteringsprogramma. Hiermee wordt beoogd de noodzakelijke gegevensverzameling vanaf 2025 onder de WOT-werkzaamheden voort te zetten en de in de afgelopen jaren verzamelde gegevens als bruikbare reeks op te nemen. Dit zal in nauw contact met WGNSSK en het ministerie van LNV bekeken worden. Als mocht blijken dat de gegevensverzameling vanaf 2025 niet in het kader van de WOT kan worden voortgezet, dan zal naar een geschikt alternatief worden gezocht om toch de dataverzameling na 2025 voort te zetten. Mocht gedurende het project blijken dat een passende EMFAF regeling wordt opengesteld, kan deze ook worden meegenomen als alternatief voor voortzetting van de dataverzameling