2.3.3 Living Labs marine production (KB-34-002-011)

Bij laag trofisch marine (LTM) productie groeien de organismen op nutriënten en spoorelementen die opgelost zijn in het open water. Bijvoorbeeld kreeften, wormen, schelpdieren en zeewier gebruiken de nutriënten om te groeien en creëren daarmee waardevolle biomassa. Deze biomassa kan gebruikt worden in lokale en regionale voedselproductie, waarbij ketens op een laag niveau gesloten kunnen worden. Daarnaast kan LTM ook een vitale functie vervullen in het sluiten van de nutriëntcyclus van land naar zee en vice versa. Daarmee heeft LTM de potentie om, naast voedselproductie ook klimaat slimme oplossingen te leveren en om een rol te vervullen voor integratie van mariene productie in het marine voedselsysteem.  

De integratie van LTM in het huidige systeem kan complementair of concurrerend zijn met de huidige geoogste mariene biomassa. Daarom moet  de ontwikkeling van LTM passen bij ecosysteem-inclusieve productie. 

Ons project heeft tot doel te begrijpen wat deze integratie van LTM in bestaande ecosystemen werkelijk betekent, wat het opschalingspotentieel is voor LTM en wat de gevolgen zijn voor (productie en sociaaleconomische) robuustheid, prestaties, productiviteit en acceptatie van LTM-productiesystemen. Daarbij wordt er specifiek gekeken naar vragen van voedselveiligheid, ecologische, sociale en economische duurzaamheid en toegevoegde waarde voor het voedselsysteem. 

 

In de proeftuin van Living Lab Voordelta kunnen we deze factoren, en het potentieel voor opschaling van LTM, onderzoeken. De focus zal hierbij liggen op de mosselproductie vanwege de aanwezigheid van praktijkvoorbeelden. Maar ook andere laag trofische productie, zoals van zeewier, komen aan bod. 

 

Dit project heeft 5 doelstellingen die ecosysteem-inclusieve productiesystemen nauw verbinden: (1) Evaluatie van de rol, functie en realiteitszin van ecosysteem-inclusieve productiesystemen in klimaatbestendige productiesystemen; (2) Beoordeling van sociaaleconomische effecten; (3) Onderzoek naar draagkracht gerelateerd aan natuurintegratie en mosselproductie; (4) Ontwikkeling van een ontwerpbenadering voor voedselveiligheid om toekomstige toepassingen te optimaliseren en hierin inzichten te genereren; (5) Verbinding leggen met de internationale gemeenschap voor gedeelde validatie van kennis en concepten.