Werkwijzer oktober 2020

  • Frank van de Geijn

Press/Media: Expert CommentProfessional

Description

et grootste deel van de oogst is binnen en inmiddels staan de eerste cellen al op de eindconditie of hier dicht tegen aan. Een goed moment om alle belangrijke instellingen goed te controleren. Bij het bewaren gaat het uiteindelijk om het behalen van een optimale kwaliteit bij de gewenste bewaarduur. Optimale condities ondersteunen dit. Optimale condities vertalen we voor het gemak in een temperatuur-, zuurstof – en CO2 waarde aangevuld met een vochtverlies niveau. Hiernaast zien we steeds meer aandacht voor aanvullende meetwaarden zoals de koeluren en acties. Ook tijd en acties van andere zaken zoals circulatietijd en acties of werking van bevochtiging, scrubber, beluchting of stikstofinjectie wordt binnen de conditionering betrokken. Prima, maar duidelijk moet zijn dat de basis conditie en belangrijker nog het kwaliteitsdoel als belangrijkste geldt. Koeluren en acties zijn hierbij ondersteunend maar geen doel op zich. Op dit moment vraagt de verfijning van ontdooitijd en het instellen van de juiste luchtcirculatie om aandacht. Ontdooitijden kunnen worden geminimaliseerd om nodeloze warmte inbreng te voorkomen. Vaak kunnen de acties worden beperkt tot minder dan 1 maal daags maar de uitdrukkelijke voorwaarde is dat de koeler na een ontdooiactie echt schoon is. De simpele toets is om direct na een ontdooiactie met een tweede ontdooiactie te controleren of inderdaad al het ijs verdwenen was. Door naar het condenswater te kijken is makkelijk vast te stellen of er inderdaad toch nog ijs achtergebleven was. Vaak niet eens zichtbaar in het koelerblok. Het verhogen van de ontdooi einde temperatuur of het verlengen van de maximale ontdooitijd zorgt ervoor dat de ontdooiactie voldoende lang duurt om al het ijs te verwijderen.

Luchtcirculatie kan bij veel regelsystemen eindeloos ingesteld worden. Denk aan de circulatietijd, het aantal ventilatoren of toerental, een nadraaiperiode of puls= pauze tijd, wintercirculatie enz. Dit maakt het niet altijd makkelijker om de verstandige keuze te maken. Het doel van circuleren is om zo effectief mogelijk het klimaat in de cel (temperatuur en vocht) zo goed mogelijk te uniformeren. Cellen met bevochtigen vragen tijdens dit bevochtigen om luchtcirculatie om het vocht zo goed mogelijk over de cel te verdelen. Door het meten van een product temperatuur op verschillende posities in de cel kan met een keuze van circulatie getracht worden de verschillen te beperken. Of als de verschillen beperkt zijn, kan de circulatie beperkt worden om onnodige warmte inbreng te voorkomen. Luchtcirculatie tijd lijkt een vreemde relatie te hebben met de ontvochtiging. Vaak zien we dat cellen met een langere circulatietijd en hierdoor hogere koeluren toch minder vocht onttrekken. Dit lijkt een resultaat van het afblazen van het vocht van de lamellen. Het beperken van de circulatietijd, zeker na een koelactie waarbij ijs of condens op de lamellen is achter gebleven, kan tot meer vochtverlies leiden terwijl wel de koeluren terug lopen. Een mooie manier om bij appelcellen juist iets meer vochtverlies te realiseren. Bij peren lijkt het juist belangrijk de circulatie na een koelactie voldoende lang te houden.

 

Frank van de Geijn

Wageningen UR

Period1 Oct 2020

Media contributions

1

Media contributions

  • TitleWerkwijzer oktober 2020
    Degree of recognitionNational
    Media name/outletFruitteelt
    Media typePrint
    Country/TerritoryNetherlands
    Date1/10/20
    Descriptionet grootste deel van de oogst is binnen en inmiddels staan de eerste cellen al op de eindconditie of hier dicht tegen aan. Een goed moment om alle belangrijke instellingen goed te controleren. Bij het bewaren gaat het uiteindelijk om het behalen van een optimale kwaliteit bij de gewenste bewaarduur. Optimale condities ondersteunen dit. Optimale condities vertalen we voor het gemak in een temperatuur-, zuurstof – en CO2 waarde aangevuld met een vochtverlies niveau. Hiernaast zien we steeds meer aandacht voor aanvullende meetwaarden zoals de koeluren en acties. Ook tijd en acties van andere zaken zoals circulatietijd en acties of werking van bevochtiging, scrubber, beluchting of stikstofinjectie wordt binnen de conditionering betrokken. Prima, maar duidelijk moet zijn dat de basis conditie en belangrijker nog het kwaliteitsdoel als belangrijkste geldt. Koeluren en acties zijn hierbij ondersteunend maar geen doel op zich. Op dit moment vraagt de verfijning van ontdooitijd en het instellen van de juiste luchtcirculatie om aandacht. Ontdooitijden kunnen worden geminimaliseerd om nodeloze warmte inbreng te voorkomen. Vaak kunnen de acties worden beperkt tot minder dan 1 maal daags maar de uitdrukkelijke voorwaarde is dat de koeler na een ontdooiactie echt schoon is. De simpele toets is om direct na een ontdooiactie met een tweede ontdooiactie te controleren of inderdaad al het ijs verdwenen was. Door naar het condenswater te kijken is makkelijk vast te stellen of er inderdaad toch nog ijs achtergebleven was. Vaak niet eens zichtbaar in het koelerblok. Het verhogen van de ontdooi einde temperatuur of het verlengen van de maximale ontdooitijd zorgt ervoor dat de ontdooiactie voldoende lang duurt om al het ijs te verwijderen.
    Luchtcirculatie kan bij veel regelsystemen eindeloos ingesteld worden. Denk aan de circulatietijd, het aantal ventilatoren of toerental, een nadraaiperiode of puls= pauze tijd, wintercirculatie enz. Dit maakt het niet altijd makkelijker om de verstandige keuze te maken. Het doel van circuleren is om zo effectief mogelijk het klimaat in de cel (temperatuur en vocht) zo goed mogelijk te uniformeren. Cellen met bevochtigen vragen tijdens dit bevochtigen om luchtcirculatie om het vocht zo goed mogelijk over de cel te verdelen. Door het meten van een product temperatuur op verschillende posities in de cel kan met een keuze van circulatie getracht worden de verschillen te beperken. Of als de verschillen beperkt zijn, kan de circulatie beperkt worden om onnodige warmte inbreng te voorkomen. Luchtcirculatie tijd lijkt een vreemde relatie te hebben met de ontvochtiging. Vaak zien we dat cellen met een langere circulatietijd en hierdoor hogere koeluren toch minder vocht onttrekken. Dit lijkt een resultaat van het afblazen van het vocht van de lamellen. Het beperken van de circulatietijd, zeker na een koelactie waarbij ijs of condens op de lamellen is achter gebleven, kan tot meer vochtverlies leiden terwijl wel de koeluren terug lopen. Een mooie manier om bij appelcellen juist iets meer vochtverlies te realiseren. Bij peren lijkt het juist belangrijk de circulatie na een koelactie voldoende lang te houden.

    Frank van de Geijn
    Wageningen UR
    Producer/AuthorNederlandse Fruittelers Organisatie
    PersonsFrank van de Geijn