Werkwijzer januari 2020

Description

Neem de moeite om juist in deze periode de zeker wekelijkse handmetingen te blijven uitvoeren. Praktisch elke week ervaart een bewaarder wel een afwijking tussen de centrale meting en de handmeting. Een kortdurende afwijking geeft in veel gevallen geen blijvende schade maar langdurig is herstel erg lastig. Bij afwijkingen tussen handmeting en centrale meting zal allereerst een ijking van beide sensoren moeten worden gedaan. NA deze ijking zal de afwijking van zowel de O2 als de CO2 meter eigenlijk niet meer dan een 0.1 % hoeven te zijn. Blijft het verschil groter controleer dan in overleg met de leverancier of adviseur de procedure van het ijken. Ijken begint met het vaststellen van het nulpunt. Voor CO2 wordt hier vaak buitenlucht voor genomen. Deze heeft intussen een percentage van 0.04 % mits dit ook echt buitenlucht is. Nog te vaak wordt geijkt in de buurt van scrubbersystemen die CO2 uit staan te blazen in een gesloten ruimte. De meeste zekerheid geeft een ijkgas met 100 % stikstof. Voor het zuurstof wordt vaak al een stikstof mengsel gebruikt. Hou er rekening mee dat stikstof wat drogend werkt en dat de vochtigheid van de lucht ook invloed kan hebben op het ijkproces. Stop met ijkgas aanbieden zodra de meter stabiel is (meestal na 2-3 minuten). Naast het nulpunt is ook een spanwaarde instelling nodig. Hiervoor zijn verschillende ijkgassen beschikbaar. Voor het zuurstof wordt wederom vaak buitenlucht gebruikt (met 20.9 % zuurstof). Uiteraard weer als het luchtmonster ook echt van buiten wordt betrokken. Voor CO2 is het belangrijk een spanwaarde te kiezen die dicht bij de de meetwaarde van het meest kritische product ligt. Voor een Conference bewaarcomplex is een ijkgas van 1 % CO2 dus prima bruikbaar. Na het controleren van het nulpunt en spanwaarde is het verstandig de ronde nogmaals te herhalen. De frequentie van ijken is lastig te adviseren. Teveel draaien aan de span en nulpuntwaarde is ongewenst, maar zie een afwijking van hand- en centrale meting als een signaal. Veel systemen beschikken over een automatische ijking die ongeveer 1 maal per week wordt uitgevoerd.

 

De inwendige bewaarkwaliteit van Conference peren lijkt vooralsnog prima. Appels, vooral de rijper geplukte partijen vragen inmiddels aandacht. Met name de grovere partijen of in geval van Jonagold die erg lang open hebben gestaan voor inslag van de laatste partijen, vraagt de hardheid zijn aandacht. De oplossing voor komend jaar is simpel. Als niet duidelijk is wanneer een cel afgevuld kan worden, vraagt in geval van Jonagold maar in veel gevallen ook bij de andere rassen, de cel om start van ULO conditionering of om toepassing van 1-MCP om hardheid te behouden. Te lang wachten betekent nodeloos verlies van hardheid, juist veelal van de vroegst ingeslagen partijen die het langst wachten op de optimale conditionering.

 

Wageningen UR

Frank van de Geijn