De wereldvraag naar natuurrubber stijgt en de productie is kwetsbaar. De genetisch
eenvormige teelt in Zuidoost-Azië zou zomaar in elkaar kunnen storten door
een schimmelziekte, zoals ooit in Zuid-Amerika is gebeurd. Bovendien gaat de
teelt ten koste van het regenwoud. ‘Er zijn nieuwe natuurrubberbronnen
nodig en dan het liefst uit gewassen die ook in Europa geteeld kunnen worden’,
zegt Ingrid van der Meer van Wageningen UR. Zij leidt een groot Europees project
om Russische paardenbloem (Taraxacum koksaghyz) geschikt te maken voor
rubberproductie. Ook de autobandenindustrie is bij het project betrokken.
Russische paardenbloem bevat van nature relatief veel en vooral hoogkwalitatieve
rubber, maar voor een rendabele productie zou dat gehalte omhoog moeten. Verder is het een wilde plant waarvoor een teeltmethode ontwikkeld moet worden en waarvoor
veredeling nog maar net is gestart. Daarnaast is een efficiënte extractiemethode
een punt van onderzoek. Net als bij de zetmeelaardappel is de plant geschikt om tegelijkertijd meerdere biobased chemicaliën te produceren.
‘Behalve latex bevat Russische paardenbloem inuline, waar je furaanchemicaliën
van kunt maken. Daarmee kun je afbreekbare petflessen maken, een zeer grote markt. De combinatie van de twee stoffen maakt het gemakkelijker er een economisch rendabele teelt van te maken’, zegt Van der Meer.
‘De insteek is anders dan bij de zetmeelaardappel.
Daar voegen we extra eigenschappen toe. Bij deze paardenbloem hoeft dat niet: die produceert deze stoffen al. Hier is de kunst om er een cultuurgewas van te maken dat op een
akkerbouwbedrijf geteeld kan worden.’