Aan de ene kant streeft Nederland naar een vrije wereldmarkt, waarbij concurrentie op kostprijs een belangrijke factor is. Dus zoveel mogelijk produceren voor zo weinig mogelijk geld. Aan de andere kant wil de maatschappij een landbouw gebaseerd op duurzaamheid, diervriendelijkheid en voedselveiligheid met veel ruimte voor gezinsbedrijven. Een spagaat waar het landbouwbeleid nog niet uit is. Wel constateert Reinout Burgers dat met het rechtser worden van maatschappij en politiek het beleid steeds meer in liberale richting beweegt, een beweging die – paradoxaal genoeg – juist versterkt wordt door extra regels voor duurzaamheid en diervriendelijkheid |