Description
Preitelers in Nederland ondervinden in toenemende mate forse productieverliezen door de bacterieziekte pseudomonas. Dat blijkt uit recent onderzoek, uitgevoerd door onderzoekers van het Praktijkonderzoek Plant & Omgeving (PPO) en Plant Research International (PRI), beide onderdeel van de Wageningen Universiteit. Het onderzoeksteam heeft 166 willekeurige preipercelen op pseudomonas gecontroleerd. Daarbij bleek dat ruim 100 van deze percelen met deze bacterie waren besmet. "Dit resultaat toont overduidelijk aan dat pseudomonas algemeen voorkomt in Nederland", stelt Leo van Overbeek, onderzoeker bij PRI. "Deze omvang verraste de hele sector. De ziekteverschijnselen zijn niet altijd zichtbaar, maar blijkbaar wel latent aanwezig. Onder warme en vochtige omstandigheden komt de kwaal te voorschijn en kan tot omvangrijke productieverliezen leiden. Hoewel uit onze inventarisatie blijkt dat de aantasting een grillig verloop laat zien en per seizoen sterk kan verschillen. moet pseudomonas toch als een tijdbom voor de preiteelt worden gezien en dat bij 60 procent van de percelen die bom elk seizoen kan afgaan." Hoe is het in de wereld mogelijk dat een dergelijke omvangrijke besmetting in de preiteelt is ontstaan, zo vraagt preitelend Nederland zich af. Volgens Van Overbeek spelen twee factoren een grote rol. In de eerste plaats kan de ziekteverwekker met het zaad worden overdragen en daarnaast gelden gewasresten als belangrijke infectiebron. Met de strenge controle door zaadbedrijven op pseudomonas kan de omvangrijke besmetting niet worden verklaard. Er zijn meer oorzaken. Veel waarschijnlijker is de (her)besmetting door gewas- en wortelresten. "Preitelers zijn genoodzaakt hun gewas- en wortelresten weer op het pas geoogste perceel uit te rijden", verklaart Van Overbeek. "Zeker is dat deze werkwijze als belangrijkste oorzaak van besmetting kan worden beschouwd. Omdat preitelers steeds weer op eenzelfde perceel met prei terugkomen neemt de kans op besmetting alleen maar toe." Uit een enquete onder preitelers bleek deze zomer dat inderdaad het terugrijden van preiafval op het land tot verhoogde kans op besmetting leidt. "De besmetting kwam niet alleen voor bij zelfkwekers, maar ook op gespecialiseerde opkweekbedrijven. Uit onze analyse werd bovendien duidelijk dat het 'toppen" van de preiplanten het risico op besmetting verhoogt." Een ander nadelig effect is dat de prei in veel gevallen op gronden met een te lage pH-waarde worden geteeld. Ongeveer 90 procent van de aantastingen kwamen voor op percelen met een pH-waarde van minder dan 5,1Period | 8 Sept 2006 |
---|
Media contributions
1Media contributions
Title - Media name/outlet Agrarisch Dagblad Date 8/09/06 Producer/Author C. Mol Persons Leo van Overbeek